De juridische strijd van pomphouders uit de grensstreek tegen de accijnsverhogingen op diesel en gas krijgt een vervolg. De Stichting Accijnsclaim Pomphouders, waarin diverse brancheorganisaties zijn verenigd, heeft de Staat gedagvaard voor een bodemprocedure.

Door de gewraakte belastingverhogingen hebben volgens de branche inmiddels bijna zevenhonderd werknemers hun baan verloren en hebben zeker twaalf ondernemers faillissement moeten aanvragen.

De overheid schroefde de accijnzen per 1 januari 2014 met respectievelijk 3 en 7 cent per liter op. Dit heeft er volgens de branche voor gezorgd dat veel klanten nu naar België en Duitsland doorrijden waar tanken goedkoper is.

De tankstationuitbaters eisen dat de maatregel onrechtmatig wordt verklaard. De accijnsverhoging moet teruggedraaid worden of er moet een compensatie voor hun inkomstenverlies komen, vinden ze.

Kort geding

Pomphouders voerden begin vorig jaar al een kort geding over de hogere accijnzen, maar hun vordering werd toen afgewezen. Volgens de rechter was niet goed vast te stellen of het dalen van de inkomsten het gevolg was van de belastingingrepen of door andere oorzaken kwam zoals de stagnerende economie.

Dat het hierna zo lang geduurd tot de klagers met een juridische vervolgstap kwamen, komt doordat de brancheorganisaties eerst nog eens goed wilden uitzoeken wat precies het effect is geweest van de hogere accijnzen.

Uit dat onderzoek blijkt ook dat de overheidsmaatregel veel minder heeft opgeleverd voor de schatkist dan verwacht. Volgens de branche is bijna 250 miljoen aan inkomsten voor de overheid 'weggelekt' naar de buurlanden.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl